Familie Kelderman Genealogie

Genealogie van de familie Kelderman(s)

Print Voeg bladwijzer toe

Treffers 1 t/m 5 van 5 » Zie Galerij

#	Klikplaatje	Beschrijving	Info	Verbonden met
1		Cornelis Kelderman,stadschirurgijn ( 1632-1711) te Brugge Over het leven van Kelderman weten we dat hij in 1632 te Brugge werd geboren als zoon van Charles Philippe Kelderman en Jeanne de Carrion. Hij werd in de chirurgijngilde als vrij meester opgenomen in 1661 en werd als deken van de gilde benoemd in 1670 en in 1683. Hij was tot 1710 als chirurgijn verbonden aaan het St. Janshospitaal te Brugge, was gepensioneerd heelmeester der stad Brugge en overleed op 21 januari 1711.
2		Het levensverhaal van Theodorus Keldermans, brandstichter te Didam en veroordeelt tot levenslang. Sinds 1854 was Theodorus Keldermans gedetineerd voor het volgende feit :Theodorus Kellerman, geboren te Emmerich Pruissen,metselaar van beroep, had vroeger in die tijd gewoond en een levenswandel geleid, die verre van onbesproken was; zoo zelfs, dat hij als dienstpligtige onder eene strafdivisie was geplaatst geworden.	Eigenaar/Bron: Lijfstraffelijke Regtspleging in Gelderland of Belangrijke Strafzaken van 1811 tot 1859
3		Jan Kelderman veldwachter in Bennekom Evenals alle dorpen van onze gemeente heeft ook Bennekom verschillende gezagsdragers gekend die voor rust en orde moesten zorgen. Eén van hen was Jan Kelderman, een man waar reeds eerder over is verteld, maar die we, met toestemming en de nodige informatie van een kleinzoon, inmiddels ook al ruim de tachtig gepasseerd, nog eens uit de vergetelheid willen halen. Jan Kelderman werd 18 november 1832 te Bennekom geboren en per 1 januari 1864 tot veldwachter in Maurik aangesteld. Hij trad 24 december van laatstgenoemd jaar in het huwelijk met Elisabeth Braafhart, een telg uit een zeer bekende Edese familie.
4		Orginele brief uit Paramaribo van 14 maart 1795 Orginele brief uit Paramaribo van 14 maart 1795	Plaats: Paramaribo 5.8520355, -55.2038278
5		Unieke brief gevonden van Surinaamse Slavin, 14 maart 1795 “Mijn meester, ach neemt mijn beede aan, verhoort teevens ook mijn smeeken, verwerpt mij niet...”, zo schrijft Wilhelmina van Kelderman uit Paramaribo op 14 maart 1795 in een brief aan haar ‘meester’ Engelbertus Keldermann in Amsterdam.